Hypopharynx

Begrenzing

De hypopharynx is dat deel van de pharynx, dat craniaal begrensd wordt door een denkbeeldig vlak getrokken door het hyoïd en met als ondergrens een denkbeeldig vlak getrokken door de onderzijde van het cricoïd.
Incidentie: 190 NP / jaar = 7% van hoofd-halstumoren.

Er worden drie gebieden onderscheiden:

  • Sinus piriformis (65-85%)
  • Postcricoïdregio (5-15%)
  • Hypopharynxachterwand (10-20%)

Histologie

  • Met name plaveiselcelcarcinoom, geen routine bepaling HPV (lage incidentie HPV associatie in hypopharynx).
  • Bij tumoren van de hypopharynx komen relatief frequent dubbeltumoren voor in andere delen van de slijmvliezen van de mondkeelholte, in de longen en in de oesophagus.

Diagnostiek

  • Nauwkeurige beschrijving, stroboscopie, foto en tekening van tumor en eventuele kliermetastasen.
  • Onderzoek onder narcose voor laryngoscopie met biopten, bij voorkeur na afronden beeldvorming. Inclusief cervicale oesophagoscopie.

Laboratorium:

  • Hematologie, nierfunctie, schildklierfunctie

Röntgendiagnostiek

  • CT-scan (dunne coupes + botsetting, na contrast, eventueel volumetrie)
  • Echo hals met echogeleide punctie zie richtlijnen
  • PET-CT (in geval van ≥ N2 ziekte)
  • X-thorax, OPG

Consulten

  • Hoofd-halschirurg
  • Radiotherapeut
  • Tandarts
  • Internist
  • Hoofd-halsverpleegkundige in geval van chemotherapie

TNM-classificatie (UICC 2009)

  • T1: tumor beperkt tot één subsite en/of kleiner dan 2 cm
  • T2: tumor in meer subsites of aangrenzende site, of groter dan 2 cm en kleiner dan 4 cm, zonder fixatie
  • T3: tumor groter dan 4 cm of met larynxfixatie of invasie slokdarmingang
  • T4: tumor invadeert structuren
  • T4a: kraakbeen thyroïd/cricoïd, hyoïd, schildklier, prelaryngeale spieren, oesophagus, prevertebraal
  • T4b: prevertebraal, carotis, mediastinaal

N classificatie: zie inleiding

Behandeling

N0, N+

  • CIS: Voorkeur CO2 laser, alternatief radiotherapie
  • Oppervlakkige T1N0 (< 5 mm diepte infiltratie, beperkt tot mucosa): radiotherapie tumor en klieren, alternatief CO2 laser en follow-up hals
  • T1N0-1 en T2N0: Locoregionale radiotherapie
  • T1N2-3, T2N1-3 en T3-4Nx: Een combinatie van radiotherapie (hypopharynx en bilaterale hals) en cisplatinum (Radplat). In geval van een T1N3 is een primaire halsklierdissectie (op korte termijn) te overwegen.
  • T4 met de lange termijn verwachting van een niet-functionele larynx/hypopharynx (permanente tracheostomie of niet veilig slikken): totale larynx-, partiële/totale pharynxextirpatie en hemistrumectomie met reconstructie van de voedselweg met behulp van een pectoralis myocutane lap indien er onvoldoende slijmvlies overblijft om de pharynx primair te sluiten. Indien een totale pharyngectomie noodzakelijk is, kan de voedselweg worden gereconstrueerd met een vrij gevasculariseerd huidtransplantaat (bv. radial fore arm flap) of een zogenaamde gastric pull-up procedure. N0: Bilaterale selectieve halsklierdissectie (niveaus II t/m IV en VI). N1-2b of N3 ipsilateraal: Ipsilateraal MRND (niveaus Ib-VI en contralateraal SND (niveaus II t/m IV en VI), N2c of N3 bilateraal: Bilateraal MRND (niveaus Ib-VI) met contralateraal sparen van de jugularis. Postoperatieve radiotherapie of chemoradiatie (indien uitgebreide ENS of tumorpositief resectievlak).

Bij inoperabele tumoren op basis van tumorproces en/of algemene gronden (leeftijd, algemene conditie) of bij weigeren operatie: chemoradiatie, als alternatief radiotherapie (met cetuximab).

Radiotherapie

  • Tumor dosis: 35×2 Gy, electieve dosis 46/54,25/57,75 Gy in functie van sequentiële of simultaneous integrated boost bestraling en conventioneel of Dahanca schema.
  • Inclusie van de hypopharynx en bilaterale hals level II-IV
  • Aan een kant met positieve klieren ook level IB en V includeren
  • Level VI includeren bij uitbreiding in de sinus piriformis, postcricoïdregio of oesophagus
  • Retropharyngeaal includeren bij uitbreiding naar de pharynxachterwand of postcricoïdregio
  • NB: De halsklierlevels die worden ingetekend zijn gedefinieerd in het artikel van Gregoire et al. Referentie: Radiother Oncol. 2003 Dec;69(3):227-36

Recidief

Bij recidief uitgebreide analyse met betrekking tot locale en regionale uitbreiding en eventuele metastasen op afstand. Daarna bepalen van het te voeren beleid.

Locaal: Zorgvuldige analyse van het tumorgebied onder algehele narcose om operabiliteit te beoordelen. Meestal is larynx-pharynxextirpatie geïndiceerd. Bij N0 worden vooralsnog level II t/m IV beiderzijds met de larynx mee uitgenomen.

Regionaal: Bij regionaal recidief na CH-RT: selectieve halsklierdissectie.

Afstand: Bij metastasen op afstand is metastasectomie in principe niet geïndiceerd, doch in individuele gevallen kan dit wel gedaan worden (1-2 metastasen).

Content for `one`
Content for `two`
Content for `three`